Fouten maken moet...

Binnenkort vindt er op school een informatieavond plaats waar het belang van het (durven) maken van fouten centraal staat.

Talentontwikkeling en studeren is in onze huidige samenleving  geen voorrecht,  maar een norm geworden. Jongeren voelen de verantwoordelijkheid en druk om te presteren, maar veel jongeren zijn er niet zeker van of ze de hooggespannen verwachtingen kunnen waarmaken. Sterker nog: steeds meer jongeren hebben stressklachten en faalangst. Het aantal klachten van depressiviteit en burn-out onder jongeren was nog nooit zo hoog als in de afgelopen jaren.

Voor pubers en jongvolwassenen is fouten maken enorm belangrijk. Je leert pas echt waar je grenzen liggen als je er af en toe tegenaan loopt. Door het nemen van beslissingen, en het daarbij maken van fouten, worden nieuwe verbindingen in de hersenen aangelegd en oude, minder doeltreffende, verbindingen afgebroken. Maar ook voor volwassenen is het belangrijk om regelmatig door die welbekende leerkuil te gaan. Hier worden we beter en sterker van en overwinnen we mogelijke angsten.

Fouten maken moet om:
– te leren
– te groeien
– beter te worden
– te ontwikkelen
– angsten te overwinnen

Dat is natuurlijk allemaal prima, maar los van de eigen gevoelens en angsten; hoe zit dat met de omgeving. Hoe denken ouders over bepaalde onderwerpen en klopt dat met het beeld dat leerlingen hebben? En wat vinden docenten ervan? Wisten leerlingen dit? Zien leerlingen hun ouders en docenten op de manier hoe ouders en docenten denken dat ze dit doen? Hoe veilig voelen leerlingen zich thuis en op school om fouten te mogen maken? Wat vinden ouders van de begeleiding op school? Klopt dit met wat docenten denken hoe ouders dit ervaren?

De volgende vragenlijst moet inzicht geven in hoe de verschillende groepen aankijken tegen het maken van fouten. Deze  ‘feedback’ komt terug in de eerder genoemde informatieavond.